Waar je als vreemdeling thuis bent

Deze zomer bezochten we de familie Fris in Ecuador. Een prachtig gezin met een vriendelijke en open houding. We komen na een lange reis, al slingerend door de bergen, vanuit de hoofdstad Quito, aan in een warmer klimaat in het binnenland van Ecuador. Quevedo, een stad met zijn charme. Waar arm en rijk (confronterend) naast elkaar wonen, moters en straatverkopers duidelijk het ritme van de stad bepalen. Waar gezelligheid, blijdschap en gastvrijheid de stad sieren, maar verdriet, pijn en duistere worstelingen de realiteit en verdrukking naar voren schuift.

Het is daar, waar geen buitenlandse toerist te vinden is, waar we de familie Fris voor het eerst ontmoeten. Zodra we aankomen, worden direct de schoolboeken en al het andere werk opzij geschoven. De tafel wordt leeg gehaald, om daarna gevuld te worden met lekkernijen en wat te drinken. Een gezin dat zijn plek heeft gevonden, dat thuis is, daar, waar ze niet geboren zijn. Thuis, omdat God hun veilige haven is.

Terwijl we ons snel thuis voelden door hun gastvrijheid, en we zagen hoe de kinderen en het hele gezin, deel was geworden van een cultuur, waarin zij niet zijn opgegroeid. Waar ze ondanks de pijnlijke en moeilijke emoties en situaties die het zendingswerk met zich meebrengt, ze vreugde en vrede ervaren om precies daar te zijn, waar God hun geroepen heeft. 

Soms denkt men dat zending pas geslaagd is, als de vele financieel armoedige situaties en woningen, van aanzicht veranderen, en een gehele stad in welzijn groeit. Ik geloof dat we de plank misslaan. Zending gaat niet om rijkdom van buitenuit, maar om rijkdom in het diepst van ons wezen. Daar waar we zelfs in de donkerste nachten, vrede en rust mogen ervaren, waar we in de grootste stormen, mogen weten dat onze God de controle heeft. Zoals een tekst ooit geschreven door Andrew Peterson; Waar we hebben leren dansen op de mijnvelden…’ 

Zending is het brengen van het goede nieuws. Gods waarheid en vrede zal de overhand krijgen en van binnenuit mogen situaties veranderen. Niet door rijkdom, niet door mooie huizen, maar doordat de rijkdom gevonden is in Hem die alle eer toekomt. Zending betekent niet dat we alles op zullen lossen, het betekent niet dat we onze cultuur op de anderen zullen opleggen en de cultuur van het land waar je naartoe bent geroepen moet verwerpen. Nee, het betekent dat je mag zijn, en dat daar God alle eer krijgt. Simpelweg om te zijn. Niet door wat wij doen, maar door wie Hij is. 
Zending is het volgen van Gods roeping en dit betekent ook, dat we nederig zullen moeten zijn en moeten beseffen dat God ons soms op de stoel zet en laat weten dat wij net zo hard mogen leren van de mensen om ons heen, dan zij van ons.

Dat is precies de houding die we zien in dit gezin. Zij omarmen de cultuur, reizen mee door de stormen van het leven en brengen juist daar, waar het zo moeilijk is, het goede nieuws, van de Redder, die boven hen, maar ook naast hen zal staan. Het is daar waar we Peter inmiddels met een Ecuadoraanse houding zien lopen door de straten, Marije met een vriendelijke glimlach de deur zien openen en haar huis zien delen, de kinderen zien praten over dingen die heel gewoon zijn op de plek waar ze nu zijn.

Ze zijn thuis, en dat is zending, het evangelie delen, zelfs wanneer je de deur opent, het administratieve werk even laat liggen en de mooie, maar ook moeilijke gesprekken aangaat. Daar waar je mag delen dat er redding is van onze zonde, herstel kunnen ontdekken, ons zullen bekeren en voor God alle dingen mogelijk zijn. Zodat uiteindelijk Hij alle eer zal krijgen en iedere knie zich zal buigen.