William Carey

Stichting William Carey Missions is vernoemd naar de beroemde Engelse zendingspredikant William Carey. Dat is niet omdat William zichzelf zo belangrijk vond. Verre van dat. William Carey was een bescheiden man. Voordat hij predikant en zendeling werd, was hij schoenmaker. Daarom noemde hij zichzelf altijd nog een schoenmaker, zichzelf herinnerend aan zijn eenvoudige afkomst. Ondanks zijn bescheidenheid was William bevlogen man, een visionair met een groot verlangen de onbereikten het Evangelie bekend te maken. God gebruikte hem om zijn bevlogenheid ook aan anderen over te brengen. Hij was bijzonder, omdat God hem op een bijzondere manier heeft gebruikt om een nog steeds durende invloed uit te oefenen op het hedendaagse zendingswerk. Een korte levensloop:

Geboorte en jeugd

Op maandag 17 augustus 1761, wordt er in het gehucht Pury End in Paulerspury, Northamptonshire in Engeland een klein jongetje geboren in het gezin van Edmund en Elizabeth Carey. Het is een bijzondere jongen, alhoewel de ouders zich dat zich natuurlijk nog niet bewust zijn op dat moment. God heeft een groot plan met zijn leven. Edmund en Elizabeth noemen hun eerste kind William. Edmund en Elizabeth hebben een eenvoudig bestaan in het kleine dorp. Ze zijn wevers van beroep. Na William worden er in het gezin nog vier kinderen geboren.

William groeit op in een gelovig gezin die behoort bij de Anglicaanse kerk. Als William ongeveer zes jaar oud is, wordt zijn vader benoemd tot voorganger en dorpsschoolmeester. Een belangrijke en voorname positie in het dorp. Al snel wordt duidelijk dat William bijzonder intelligent is. Hij heeft grote interesse voor de natuur. In het bijzonder voor bloemen en planten. Hij heeft ook een groot taalgevoel en leert zichzelf zelfs Latijn. Zijn taalgevoel is duidelijk een gave van God. Later zal hij nog vele talen leren spreken en schrijven en zal zijn gave gebruikt worden om de Bijbel in verschillende talen te vertalen.

Studie

Studeren aan een universiteit was er echter voor William niet bij. Er moest brood op de plank komen. Daarom stuurt zijn vader hem naar het dorp Piddington om daar te gaan werken als leerling bij een schoenmaker, Clarke Nichols. Clarke is eveneens lid van de Anglicaanse kerk. Maar William is niet de enige leerling van Clarke. In de werkplaats is een andere leerling actief, John Warr. John was geen lid meer van de Anglicaanse kerk, maar een zogenaamde Dissenter, een lid van een afgescheiden gemeente die het niet eens was met de gangbare leer in de Anglicaanse kerk. John heeft veel invloed op het denken van William. Zodanig dat William er later ook voor kiest de Anglicaanse kerk te verlaten om een kleine huisgemeente te vormen in het nabijgelegen Hackleton.

Terwijl William doordeweeks en overdags de vaardigheden als schoenmaker opdoet, leert hij in zijn spaarzame vrije tijd bij. Hij studeert klassiek Grieks bij een plaatselijke ambachtswerker, Thomas Jones. Thomas had klassieke talen gestudeerd en daar profiteerde William nu van.

William trouwt

In 1779, als William 18 jaar is, overlijd zijn leermeester Clarke. Carey krijgt een andere werkgever, Thomas Old. Korte tijd later is Thomas niet alleen de werkgever van William, maar ook zijn schoonvader. William trouwt namelijk met de dochter van Thomas, Dorothy Placket. Dorothy kan, in tegenstelling tot William, niet lezen en schrijven. In 1781, als William 20 jaar is, trouwt het stel in de Church of St John the Baptist in Piddington.

William en Dorothy gaan in Piddington wonen en William neemt het bedrijf van zijn schoonvader over. In die tijd leert William met zelfstudie ook nog Hebreeuws, Italiaans, Nederlands en Frans. Samen krijgen William en Dorothy zeven kinderen. Vijf zonen en twee dochters. Verdriet blijft het jonge echtpaar echter niet bespaart. De kindersterfte is in die tijd hoog en dat gaat het gezin van William niet voorbij. De twee dochters van William en Dorothy sterven tijdens hun kindertijd. Evenals zoon Peter, die slechts vijf jaar oud wordt.

William raakt betrokken bij een plaatselijke samenkomst van Particular Baptists, een afgescheiden kerkgenootschap dat recent was gevormd. De Particular Baptists combineren een gereformeerde, calvinistische theologie met volwassendoop. Daar, bij de Particular Baptists, maakt William kennis met bekende predikanten als John Ryland, John Sutcliff en Andrew Fuller. In latere jaren zouden zij hele goede vrienden worden. De nieuwe vrienden van William nodigden hem uit om de andere zondag in hun kerk in het nabijgelegen dorp Earls Barton voor te gaan. Op 5 oktober 1783 wordt William Carey gedoopt door ds. John Ryland. Hij zet zich met enthousiasme in voor het werk in de gemeenten van de Particular Baptists.

Zendingsopdracht

Als William 24 jaar oud is (in 1785) wordt hij benoemd tot schoolmeester in het dorp Moulton. Daarnaast wordt hij ook beroepen om als predikant te dienen in de plaatselijke gemeente van de Particular Baptists. In de tijd dat William die gemeente dient, leest hij het boek van Jonathan Edwards, over het leven van de zendeling David Brainerd. Ook leest hij de dagboeken van de ontdekkingsreiziger James Cook. Hij wordt krachtig geraakt door wat hij leest en daardoor krijgt hij een grote betrokkenheid op het verspreiden van het Evangelie over de hele wereld. De grote inspirators van Carey, worden David Brainerd en ook John Eliot, een puriteinse zendeling die werkte in Amerika.

Strijd voor de waarheid

Juist in een tijd waarin het hypercalvinisme in Engeland sterk in opkomst was, begint William aandacht te vragen voor de zendingsopdracht die er ligt voor de christelijke kerk. Het hypercalvinisme is een theologische beweging die zó sterk de nadruk legt op de uitverkiezing, dat het openlijk verkondigen van het Evangelie nauwelijks nog plaats krijgt in de prediking. Laat staan dat er aandacht is voor zending of evangelisatie. Het is een moedige en revolutionaire poging van William om zijn tijdgenoten aan te zetten tot zendingswerk.

Maar de strijd tegen het kerkelijk klimaat van zijn tijd is zwaar en taai. Het standpunt van William wordt niet gedeeld. Als hij tijdens een vergadering van predikanten in Northampton in 1786 het woord krijgt, vraag hij aandacht voor de zendingsopdracht. Hij vraagt of het gebod dat aan de apostelen was gegeven om alle volken te onderwijzen niet ook de plicht is voor alle predikanten tot het einde van de wereld. Zijn stelling veroorzaakt grote consternatie. Uiteindelijk wordt hij openlijk terecht gewezen door ds. John Ryland, met de beroemde woorden: “Jongen, ga zitten; als het God behaagt de heidenen te bekeren, zal Hij het doen zonder jou of de mij.” Hij voegt eraan toe dat William een “ellendige enthousiasteling” is.

The Enquiry

Twee jaar later wordt William voltijdspredikant van de Harvey Lane Baptist Church in Leicester. Als hij drie jaar predikant is van die gemeente, publiceert hij een zeer invloedrijk document. Een manifest, een klein boekje waarin hij de noodzaak van het zendingswerk doeltreffend en onderbouwd uitlegt. De titel van het werk is: An Enquiry into the Obligations of Christians to use Means for the Conversion of the Heathens. Een onderzoek naar de plicht van de christen om middelen in te zetten voor de bekering van de heidenen. Het boekje bestaat uit vijf hoofdstukken:

Het eerste deel is een theologische onderbouwing voor zendingswerk. Het belangrijkste argument dat William aantoont in dit hoofdstuk is dat het gebod van de Heere Jezus in Mattheus 28 vers 18 tot 20 nog onverminderd actueel is. Dat het de taak is van de christelijke kerk om de hele wereld tot discipelen te maken (Onderwijst al de volken).

Het tweede deel is een samenvatting van de zendingsactiviteit van de christelijke kerk. William begint bij de opdracht die door de Heere Jezus Zelf gegeven is en laat dan zien aan de hand van de activiteiten van de apostelen en de vroege kerk, tot aan de zendelingen David Brainerd en John Wesley dat de kerk altijd zending als taak heeft gehad en die nog steeds dient te volbrengen.

Deel drie bevat een analyse van de staat van de wereld en haar inwoners. Het omvat een samenvatting van de toenmalige wereldbevolking en de tot dan toe bekende bevolkingsgroepen. Samen met de oppervlakte, de samenstelling van de bevolking en de belangrijkste religie. William verzamelde deze cijfers tijdens zijn jaren als onderwijzer in Moulton.

Het vierde deel beantwoordt bezwaren tegen het sturen van zendelingen, zoals de risico’s die ermee gemoeid zijn en het zelfs levens kan kosten. Ook bespreekt hij de moeite die het kost om een andere taal of cultuur te leren kennen.

In het vijfde deel roept William op tot de vorming van een zendingsorganisatie om de zendingsopdracht concreet ter hand te nemen. Daarin beschrijft William de praktische middelen die nodig zijn om het zendingswerk uit te kunnen voeren.

Het baanbrekende manifest van William, schetst zijn basis voor missies: christenplicht om het Evangelie te verkondigen, verstandig omgaan met de beschikbare middelen en nauwkeurige verzameling van informatie over de te bereiken bevolkingsgroepen.

De onsterfelijke preek (The Deathless Sermon)

Op 30 mei 1792 in de Friar Lane Baptist Chapel in Nottingham preekt William Carey over de noodzaak tot zending voor een groep collega-predikanten. Zijn tekst komt uit Jesaja 54 vers 2 en 3. Daar staat (Herziene Statenvertaling): Vergroot de plaats voor uw tent, laat men uw tentkleden wijd uitspannen, wees niet terughoudend, verleng uw touwen, sla uw pinnen vast. Want u zult zich rechts en links uitbreiden, uw nageslacht zal de heidenvolken in bezit nemen en de verlaten steden bevolken.

Het is een stevig en onderbouwd pleidooi voor zendingswerk. Helaas is er geen beschreven versie van de preek bekend. Collega predikanten van Carey uit die tijd die aanwezig waren bij de dienst, hebben de twee hoofdpunten van de preek als volgt omschreven: Verwacht grote dingen, onderneem grote dingen. Later is dit de bekendste uitspraak van Carey geworden: Verwacht grote dingen van God, onderneem grote dingen voor God.

Hoewel zijn toehoorders niet direct werden geraakt door de preek, werd deze uiteindelijk toch heel invloedrijk. Het is deze preek die diende als aanleiding voor een nieuwe zendingsbeweging en uiteindelijk tot de oprichting van de “Particular Baptist Society for Propagating the Gospel to the Heathen” (later omgedoopt tot de Baptist Missionary Society). Carey bracht in de praktijk wat hijzelf preekte. Hij was zelf de eerste zendingspredikant die werd uitgezonden voor de zendingsorganisatie.

De oprichting van de zendingsorganisatie

William werd gebruikt om uiteindelijk de weerstand tegen het uitvoeren van de zendingsopdracht te overwinnen. Williams droom ging in vervulling. Zelfs John Ryland, die William zo openlijk terecht had gewezen, veranderde van mening. In oktober 1792 wordt de Particular Baptist Society for the Propagation of the Gospel Among the Heathen opgericht. In het Nederlands vertaalt: Vereniging van baptisten gericht op de verkondiging van het Evangelie onder de heidenen. Het bestuur bestaat uit William Carey, Andrew Fuller, John Ryland en John Sutcliff. Samen richten ze zich op de praktische zaken, zoals het werven van fondsen, maar ook met het bepalen van een zendingsgebied. Dat wordt uiteindelijk gekozen op basis van een samenloop van omstandigheden. Ze ontmoeten een zendingsarts, Dr. John Thomas, die in Calcutta was geweest en nu in Engeland bezig was om geld in te zamelen; Het bestuur besluit om John Thomas te steunen en dat William met hem wordt uitgezonden naar India.